
De muziek klinkt door de luidspreker. Trotse ouders, grootouders, vrienden en vriendinnen zitten in het auditorium. We beluisteren een speech over de studenten internationale bedrijfskunde die de afgelopen jaren hebben gestudeerd en nu hun bachelor hebben gehaald. Geen makkelijke tijd, want allen hadden te maken met de corona maatregelen en toch zullen ze dadelijk de trappen afkomen.
Ook mijn zoon zal de trappen afkomen. Hij had niet alleen te maken met de coronamaatregelen, hij had ook nog een heftig ongeluk gehad. Tijdens het klimmen was hij van de klimwand gevallen. Met loeiende sirenes, omdat zijn rechtervoet er bijna aflag, werd hij naar het ziekenhuis gebracht. Je zoon vechtend voor zijn leven te zien liggen in de traumakamer. Wat er dan door je heen gaat als moeder is onbeschrijfelijk.
Dadelijk zal hij de trap afkomen.
Hij was klein toen ik de diagnose MS kreeg. Mijn twee oudsten waren de deur al uit. Hij zat nog op de basisschool. Van de een op de andere dag was zijn onbezorgde leventje, waarin alles kon, veranderd in een leven waarin hij met angst te maken kreeg. Bang om zijn moeder te verliezen. Een moeder die keer op keer in het ziekenhuis lag. Een moeder die in een rolstoel terecht kwam. Een moeder die elke dag moest prikken. Een moeder die vaak te moe was om maaltijden te bereiden. Te moe was om hem te overhoren. Met ruzies te maken kreeg omdat de ziekte ons simpele gezinsleventje helemaal overhoophaalde. MS heb je niet alleen!
Ik maakte me zorgen om hem. Zou hij zich wel staande kunnen houden? Maar niets bleek minder waar. Op elfjarige leeftijd was mijn zoon in staat om boodschappen te doen. Kon hij pinnen met mijn pinpas en leerde hij zichzelf koken. Hij kreeg er zelfs lol in. De gerechten werden steeds lekkerder. Hij ondersteunde mij als ik mijn voet niet over de drempel kreeg, doordat ik weer eens in een heftige schub terecht was gekomen.
Omdat mijn man toentertijd nog een hele drukke baan als architect had stonden wij er vaak samen alleen voor. We leerden praten met elkaar. Echt praten. Niet over of hij zijn huiswerk wel had gedaan en of hij zijn ontbijtbordje wel wilde opruimen. Ook dat, want het bleef een puber. Maar we spraken over het leven, de dood, religie, spiritualiteit. Het waarom en kwamen tot de conclusie dat je de zin: ‘Waarom ik?’, beter kon vervangen door: ‘Waarom jij niet?’ We lachten samen veel, omdat we tot conclusie kwamen dat humor een belangrijk wapen is in de strijd met het leven. Vaak bekroop mij de zorg en kon ik er niet van slapen. Als moeder wil je er altijd voor je kinderen zijn en nu moesten we er voor elkaar zijn.
Hij zal dadelijk de trap afkomen. Ook hij heeft weer leren lopen. Er zal geen onzeker jongetje de trap afkomen. Er zal een man de trap afkomen die al jong leerde omgaan met tegenslagen. Die zelfstandig is. Die warmte en licht kan geven aan andere mensen. Een zoon die begaan is met de aarde. Die verdomd goed heeft leren koken. Die ons, hoewel hij al lang de deur uit is, en samenwoont, nog steeds verrast met culinaire maaltijden.
Daar loopt hij in een rij in een toga. De muziek klinkt en hij kan de trap aflopen! De tranen stromen mij over de wangen. Ik weet, dat hij niet zomaar de trap afkomt. Hij kent tegenslagen en kan handelen. Hij weet dat achter wolken altijd de zon schijnt. Hij weet dat geluk niet een constante is. Hij weet dat de zin ‘pluk de dag’ een diep weten in zich heeft. Dat geluk weg kan zijn in een seconde, maar dat geldt ook voor ongeluk! Hij weet dat er altijd een andere weg te bewandelen is. Wat ben ik trots en wat geloof ik in hem. Een kind met een moeder of vader met MS heeft misschien wel een streepje op het leven voor. Want hoe dan ook. Niemand komt ongeschonden door het leven. Van leven ga je dood. En in de tussentijd tel je zegeningen.
Liefs Moniek